Het betere revalideren

Het is een beetje mosterd na de maaltijd, maar eindelijk heb ik dit verhaal, waaraan ik op 17 juni begon, af.
Inmiddels ben ik alweer bijna een week thuis, hiep hoi!!
Het houdt trouwens nog niet over, qua loop- en sta-opvermogen. Maar wanhoopt nimmer.

Het verblijf hier heeft iets weg van een groepsvakantie. Verwante zielen hebben elkaar gauw gevonden en je krijgt al gauw een band omdat je in hetzelfde schuitje zit. Je ziet elkaar in je kwetsbaarste momenten. Als je in je pyama op een postoel naar het toilet wordt getransporteerd, als je met nog natte haren en veel te laat  aan het ontbijt verschijnt, of als je het even te kwaad krijgt en troostende woorden nodig hebt van degeen die toevallig naast je zit. De zuster telt je medicijnen aan tafel uit en vraagt hoe het met je is en iedereen leeft mee. Je begroet elkaar met een blik van herkenning in de wachthal voor je therapieën en hangt 's avonds met zijn allen voor de tv. Je bent nu eenmaal tot elkaar veroordeeld.

In zo'n groep zit altijd een zelfbenoemde humorist, een recalcitrante herrieschopper, een vervelende mopperkont, een opgewekte stimulator, een creatieve initiator en een paar in zichzelf gekeerde personen. De rest komt gewoon gezellig en vriendelijk over en van hen ontdek je pas later de interessante kanten. Na een tijdje raak je aan elkaar gewend, heb je gemeenschappelijke gespreksonderwerpen en ga je vrijer met elkaar om. Dan worden er over en weer grappen gemaakt en ontboezemingen gedaan en ontstaan zelfs vriendschappen.

Ik houd me noodgedwongen meestal maar stil in het verbale groepsgeweld, maar wel zonder me een buitenstaander te hoeven voelen; de helft van de groep heeft in meerdere of mindere mate met spraakproblemen te kampen en men houdt respectvol rekening met elkaar. Ik communiceer liefst met de revalidanten van wie ik ondertussen weet dat ze me redelijk kunnen volgen; opvallend genoeg zijn dat vooral de vrouwen, die trouwens veruit in de minderheid zijn. 'Wij zijn voorzichtiger,' aldus een van hen.

Het gros van de verpleegsters en therapeuten begrijpt me gelukkig ook goed en na een paar dagen wordt dat alleen maar beter. Ze krijgen natuurlijk dagelijkse training met al die gemankeerde traagpraters.

Uit het interneringsleven gegrepen...


Subculturen

Hoewel het revalidatiecentrum een heterogene club van complexe medisch-specialistische gevallen herbergt, is er ook een vrij homogene niet-aangeboren hersenletsel-scene: zij die recent een hersenbloeding of juist --infarct hebben doorgemaakt, en zij bij wie recent een hersentumor is verwijderd. Zij volgen allemaal min of meer dezelfde therapieën. Het is geweldig om te zien hoe ze elkaar aanmoedigen,  hoe ze als vrolijke gabbers rapport uitbrengen over hun trommelkunsten bij de muziektherapie, fraaie verhalen vertellen over hun fratsen op de fitstrook (apenkooi voor gehandicapten) en bij de bootcamp, en opscheppen over hun avonturen bij de 'handgroep'. 

Op het oog lijk ik ook bij deze subgroep te horen met mijn rolstoel, mijn verstoorde spraak en mijn slappe handjes ('knijpen dan, knijpen!' riep de fanatieke handgroepdeelnemer die ik feliciteerde met zijn verjaardag). Grootste waarneembare verschil lijkt dat ze vrijwel allemaal concentratieproblemen hebben en helemaal daas van lezen worden. Dat heb ik dan weer niet. Waarom ik niet bij de handgroep ben, vroeg iemand. Daar is in mijn geval helaas weinig eer mee te behalen, sprak ik prozaïsch. Maar toen een moment later een medewerkster die beter zou kunnen weten, me plompverloren vertelde dat ze de etenswaren nu nog wel voor me uit de verpakking wilde halen 'maar als je handfunctie weer verbetert, doe je het zelf maar', had ik wel even moeite om me flink te houden.

Bij de mensen van de attaque-subcultuur zie je over het algemeen steeds een zelfde patroon. Van rolstoel naar rollator. Van rollator naar vierpootstok. Van vierpoot naar los lopen, en dan nog traplopen. Bij sommigen gaat deze opeenvolging in rap tempo, bij anderen duurt het proces maanden. Ze moedigen elkaar aan, applaudisseren bij kleine stappen vooruit, en bieden soelaas en opbeuring als het even niet meer gaat. Want zelfs de ruwste bolster blijkt soms een blanke pit te hebben.

Mijn uitzicht veranderde met de dag. De binnentuin werd namelijk omgetoverd tot een speel- en oefenplaats voor de Kinderrevalidatie in het zelfde complex.


Komt men over de hond...

Er zijn er die zich, nog onwetend van mijn ziekte, afvragen wanneer ík beter ga lopen en aan het volgende hulpmiddel c.q. een stap vooruit toe ben. Dat is ook weer zoiets. Je probeert laconiek te blijven, maar beter dan dit zal het amper worden - ik weet  ook niet eens of het niveau van voor de val nog haalbaar is. Integendeel, het is zo langzamerhand zelfs niet wenselijk om mijn loopactiviteiten uit te breiden vanwege het valgevaar... In plaats daarvan werk ik juist alvast aan de volgende stap áchteruit, zeg ik dan. Af en toe rijd ik namelijk voor proef gemotoriseerd door het gangenlabyrint en over het uitgestrekte terrein. Wat een paar van de mannen  wel stoer vinden en het thuisfront cool. Vooral de luiestoelstand die ik tussen de therapieën door benut om te ontspannen in de zon, roept met het mooie weer van de laatste dagen jaloerse blikken op van heerschappen die heimelijk buiten de poort een peukje pakken.

De eerste rit verliep super, aldus de ergo, die ik daarbij als een hondje aan mijn zijde had. Zelf vind ik het besturen van zo'n 'elro' nog lastiger dan het rijden in een scootmobiel. Ze maakte een filmpje van mijn allereerste elektrische rolstoelstrapatzen (zie verder hieronder), de beelden zagen er inderdaad ervaren en bedachtzaam uit. In de opname zat by the way ook gesproken tekst... ik schrok ervan hoe onverstaanbaar mijn eigen gewauwel was!! Wat knap dat mensen daar toch chocola van kunnen maken! In de rapportages is naar verluidt nadien zelfs vermeld dat ik een natuurtalent op de elektrische rolstoel ben. Wow, daar doe je het toch voor! Nog even en ik ga me meten met de American Spinning Wheels

Voor de tweede keer onder toezicht gemotoriseerd rolstoelrijden zocht ik een nieuwe uitdaging. Het plan was om een stukje drukke Hoofdstraat te nemen en daarna een stuk onverhard pad in de overtuin van Lyndenstein.  Zeg maar rustig park. Het eerste deel van de uitdaging slaagde, ondanks grote drukte. Daarna nam de rit een andere wending, enerzijds ten gevolge van afsluiting van de overtuin en anderzijds veroorzaakt door een loslopende viervoeter midden tussen het drukke verkeer. Vakkundig wist ik het blaffende dier te ontwijken. Blaffende honden bijten niet zeggen ze, maar ik vraag me altijd af of de hond dat ook weet. Onderwijl poogde de ergo als een volleerd hondenfluisteraar de jonge Berner sennenhond naar een afsluitbare tuin te lokken. Toen dat uiteindelijk gelukt was en de huiseigenaar gewaarschuwd was, complimenteerde ik haar met haar kordate reddingsactie. 'Je bent zeker goed met honden!' Ze vertelde dat het enige dat ze met honden had een allergie voor ze was.


Beetje te vroeg gejuicht

Op eigen verzoek ben ik morfine gaan minderen, met name vanwege de bijwerkingen waar ik last van had, en uit angst verslaafd te raken. Dat heb ik geweten: twee dagen had ik een tergend pijnlijke terugval en bovendien voelde ik toen pas dat ik met oefenen en therapie mijn benen behoorlijk over- c.q. verkeerd belast had. Even gas terugnemen dus. Even slikken en weer doorgaan. Dat ging gelukkig aardig vlot, waarna ik overmoedig werd en nog een dosis morfine skipte. Met hetzelfde gevolg. Intussen zijn twee doses wel afdoende, natuurlijk aangevuld met de onvermijdelijke paracetamol en een aantal NSAID's.

's Ochtends om half zeven word ik gewekt voor de eerste medicijnen; 's avonds elf uur kreeg ik aanvankelijk de laatste en dat is nu negen uur geworden. De nachten zijn iets langer geworden en ik slaap nog steeds als een blok. Om half acht wordt mijn ontbijt - een bak kwark met pillen en pijnstillers - gebracht, waarna ik me energiek genoeg voel om aan de was- en kleedcarrousel te beginnen.

Bezoekje aan de Tropische Kas. De Tropische kas is gebouwd in 1869 als koude kas of oranjerie en in 1930 verbouwd tot tropische kas. De kas bevat geen historische verzameling meer, want wat in de tijd van jonkheer Lycklama à Nijeholt een bijzondere uitheemse plant was, kennen wij nu als kamerplanten. Er is wel een aantal historische planten die door hun ouderdom en grootte speciaal zijn: zoals de Koffieboom en de Bougainvilla.


Laat zien wat je kunt!

Waar ik eerst dacht dat men de draak met me stak, kwam ik er langzamerhand achter dat het door de revalidant zelf ter hand nemen van de regie inderdaad wordt gezien als een pluspunt in het herstel. Sterker nog, het is één van de motto's. Zelf doen, zelf vragen, zelf regelen. Laat zien wat je kunt! - de slogan-generaal van Revalidatie Friesland. Dat heb ik dan maar weer mooi gedaan.

Ik kan alles wat ik nodig heb om overdag alleen thuis te zijn. Maar ik kan niet alles achterelkaar aan. Ik kan mijn brood smeren en snijden, maar dan moet ik het ook nog opeten. Ik kan naar de wc lopen, maar dan moet ik ook nog mijn broek uit en weer aan doen. Ik kan naar mijn therapieën trippelen, maar dan moet ik de therapie ook nog ondergaan. Dus ik vraag hulp bij eten voorbereiden en wc en laat me duwen door een vriendelijke dame die daarvoor betaald wordt. De ene inspanning betekent dat je de andere moet laten.


Naar huis. En dan?

Zondag 23 juni mocht ik met 'proefverlof'. Een dagje naar huis om te kijken waar je in je eigen situatie nog tegenaan loopt om daar je therapieën op af te stemmen. Mijn grootste problemen in huis zijn transfers en mobiliteit. Welk rollend hulpmiddel gebruik ik wanneer en hoe kom ik erin, -op of -achter, hoe open en sluit ik deuren (niet), hoe neem ik een drempel en hoe kom ik buiten? Hoe kan ik 's ochtends het handigst naar de badkamer gaan, hoe kom ik in en uit een auto... Samen met mijn 'eigen', vaste fysiotherapeute en ergotherapeute ga ik daar de komende tijd mee aan de slag.

Het is me wel duidelijk dat er zonder meer een elektrische rolstoel zal moeten komen. Maar met welke functionaliteiten? Binnen en buiten? Hoog-laag? Hoofdsteun? Lichtgewicht en demontabel of all-in  toekomstbestendig? Mag ik de scootmobiel dan houden of niet? Het is ook duidelijk dat nu werk moet worden gemaakt met de elektrische bedienbaarheid van de deuren. Nu in de zomer kan ik ze wel open laten staan maar in de winter gaan we niet klakkeloos voor de prins stoken. En dat ik gebruik zal moeten maken van thuiszorg, om niet al aan het begin van de dag al bek-af te zijn, lijkt ook vast te staan.

Allemaal van die veranderingen waar een hoop ambtenarij en gedoe omheen zit; de zoveelste omschakeling die ik weer in mijn leven moet integreren, waar ik een nieuwe dagroutine omheen moet verzinnen.

De afgelopen dagen verbeterden niet alleen mijn eigen omstandigheden, maar ook de weersomstandigheden, waardoor sommige therapieën net zo goed buiten konden plaats vinden. Verscheidene keren ben ik door het dorp en zijn bosrijke omgeving geduwd, door therapeuten, vrijwilligers en vrienden en familie. Ik ben zelfs samen met een vrijwilligster naar de plaatselijke kapper geweest om iets aan mijn slonzige looks te laten doen. Ook ging ik meermaals prinsheerlijk in mijn eentje met de elektrische rolstoel op pad door het bos. Het betere revalideren!

Na een zogeheten RevalidatieDoelenGesprek - rondje met al je behandelend therapeuten, een dokter en de verpleging en je naasten - , werd bepaald dat ik donderdag 27 juni naar huis mag. Na precies drie weken revalidatie en negen dagen ziekenhuis. Een maand van huis. Zouden ze me gemist hebben?

Mooie plekjes, gespot tijdens diverse rondjes om het terrein van Revalidatie Friesland.


De dankbare revalidant

Af en toe liggen er briefjes met traktaties in de huiskamer, afkomstig van vertrekkenden die wekenlang in het revalidatiecentrum verbleven. Eentje liet zelfs de 'slingers fan Omrop Fryslân', een vast item van de regionale radiozender, onder dankzegging voor de goede zorgen bij de Revalidatie afleveren.

Ook ik ben een dankbare revalidant: na die onfortuinlijke val hebben ze me weer op de been gekregen en ik kan  letterrlijk mijn eigen broek weer ophouden! Eén van de zusters had mij met het oog op haar gezondheid en die van haar collega's gesmeekt om niet te gaan trakteren; een goed excuus om niet bij dertig graden in een hobbelende elro door een krappe dorpswinkel te hoeven zigzaggen en met gesmolten chocola terug te komen.

Verblijf, gezelschap en verzorging bij deze locatie zijn prima. Elke dag drie menu's om uit te kiezen, een iPad om in je eigen kamer televisie te kunnen kijken, met warm weer een ijsje, slingers als je jarig bent, in het weekend een versnapering met fris en bij voetbalwedstrijden oranje petjes en andere ondefinieerbare feestattributen, compleet met chips en alcoholvrij bier. Niets moet en alles kan. Geen gedoe met bezoektijden, geen krampachtig privacygezeur, geen computerregistraties aan het bed maar simpelweg pen en papier in de jaszak van het uniform, geen regime met strenge verplichtingen (okee, een heel klein beetje dan.) Gewoon doen wat jij nodig hebt om beter te worden, of dat nu therapie is, een meditatieve bos'wandeling' over het speciale rolstoelpad, een bezoek aan de historische tropische kas of naar de kapper. Gewoon tv-kijken, tiktokken of de krant lezen is ook prima. Zelfs paardrijden en een duik in het zwembad horen tot de mogelijkheden. Als de dokter dat tenminste heilzaam voor je acht.

Ik heb mijn revalidatiedoelen bereikt en ga naar huis. Donderdag 27 juni met ontslag. Ik heb niet van iedereen persoonlijk afscheid kunnen nemen, maar verpleging, therapeuten, artsen, catering, vrijwilligers en iedereen daaromheen wil ik op deze plek hartelijk dank zeggen voor de geduldige en zorgzame aanpak! ('Daar zijn we voor,' zeggen ze dan bescheiden.)

De mederevalidanten die nog even door moeten en degenen die net als ik thuis verder herstellen, wens ik alle sterkte en beterschap!